Persbericht | Jeugdvriendelijke geestelijke gezondheidszorg volgens jongeren en hulpverleners
Jongeren (16-24 jaar) geven de voorkeur aan een individueel gesprek met een hulpverlener bij een eerste contact in het kader van psychische moeilijkheden. Ze dulden hiervoor een korte wachttijd (een à twee maanden) en een lage kostprijs (12 euro), al is niet moeten wachten en gratis hulpverlening het ideale scenario. Een huis in de stad met een gezellige, ‘groene’ inrichting is hiervoor de ideale plek. Het respecteren van hun privacy blijkt een essentieel aandachtspunt. Ook opvallend: jongeren waarderen professionele hulp meer dan professionals zelf denken, en zijn positief over de effectiviteit ervan.
Dat zijn enkele vaststellingen in een grootschalig wetenschappelijk onderzoek, bij meer dan duizend jongeren en zevenhonderd professionals in jeugdwerk, jeugdhulp en geestelijke gezondheidszorg.
Studie Empower | KU Leuven
In een grootschalige studie aan de KU Leuven (de studie Empower) die dit najaar is afgerond hebben onderzoekers meer dan duizend jongeren en zevenhonderd professionals in Vlaanderen bevraagd. Dat deden ze om na te gaan hoe de geestelijke gezondheidszorg zich beter kan organiseren, opdat meer jongeren de hulp vinden die ze nodig hebben. Vandaag vindt slechts een op de drie jongvolwassenen (16 – 24 jaar) met matige tot ernstige psychische moeilijkheden gepaste hulp.
De onderzoekers peilden bij jongeren en professionals naar hun houding ten aanzien van hulp voor psychische moeilijkheden. Ook gingen ze na hoe een gepast zorgaanbod er volgens hen idealiter uitziet.
Individuele gesprekken bij het eerste contact, groepsgesprekken op indicatie
Jongeren in het onderzoek hadden een duidelijke voorkeur voor individuele gesprekken met een hulpverlener in plaats van groepsgesprekken bij de eerste keer dat zij hulp zouden zoeken voor hun psychische moeilijkheden. Dat betekent daarom niet dat jongeren helemaal niet zouden openstaan voor eender welke vorm van groepstherapie. Sommige jongeren stellen groepsbehandeling als onderdeel van hun zorgtraject net op prijs, om ervaringen met leeftijdsgenoten te kunnen delen en om zich beter begrepen te voelen, van elkaar te leren en minder eenzaam te zijn.
Verrassend genoeg ontdekten de onderzoekers dat professionals die voorkeur van jongeren voor een individuele behandeling wel deelden, maar dat zij dit veel lager op de prioriteitenlijst zetten (in tegenstelling tot een korte wachttijd en een laag tarief).
Korte wachttijd, laag tarief
Jongeren en professionals vinden het belangrijk dat diensten een korte wachttijd hebben– een of twee maanden vinden ze aanvaardbaar. Ook zorg tegen een laag tarief – tot ongeveer 12 euro vinden ze acceptabel – is een belangrijk punt. Wachttijden verkorten en kosten verlagen leidt er evenwel niet per se toe dat meer jongeren hulp zullen zoeken. Uit het onderzoek kwam namelijk ook naar voor dat jongeren belangrijke psychologische barrières ervaren om hulp te zoeken, zelfs als diensten goed aangepast waren aan hun noden. Wat die psychologische barrières zijn? Vooral het idee dat problemen beter zelf aangepakt kunnen worden en uit zichzelf wel zullen voorbijgaan, komt zeer vaak voor.
Een jeugdvriendelijk huis in de stad
Jongeren verkiezen vestiging van een dienst in een huis in de stad, dichtbij openbaar vervoer. Ze denken, in tegenstelling tot professionals, niet positief over een vestiging in een jeugdcafé of -huis en thuishulp. Qua sfeer staat gezelligheid in de inrichting voorop, om zich welkom te voelen, zo ver mogelijk van een klassiek ziekenhuismilieu, met planten om een ‘rustgevende’ omgeving te creëren.
Jongeren hechten veel belang aan hun privacy. De ingang mag niet te opvallend zijn zodat vermeden wordt dat vrienden hen naar binnen zien gaan. Ook binnen hebben ze graag ‘hoekjes en kantjes’, een aparte wachtruimte en vensters met mat glas. Professionals in het onderzoek zaten dan weer op een ander denkspoor, namelijk dat grote open ruimten en een open deur een taboedoorbrekend effect hebben.
Jongeren en professionals hebben een andere visie op jeugdvriendelijke zorg, of toch niet?
Er zijn enkele belangrijke verschillen in de visie van jongeren en hulpverleners op de organisatie van zorg voor jongvolwassenen. Toch bleek uit het onderzoek ook dat op sommige vlakken de kloof tussen beiden net kleiner lijkt te worden. Zo leerde eerder onderzoek dat jongeren liever beroep doen op informele hulpbronnen, zoals vrienden en familie dan professionele bronnen als ze het moeilijk hebben. Uit de studie kwam echter naar voor dat jongeren professionele bronnen een grote hulp vinden en zelfs positiever zijn over de effectiviteit van behandeling dan de hulpverleners zelf.
Toch mogen hulpverleners zich niet laten vangen aan de gedachte dat ze precies weten wat jongeren nodig hebben. Een concreet voorbeeld hiervan is het idee dat de online aanwezigheid van hulpverleningsinstanties het hulpzoekend gedrag bij jongeren zal vergroten. In het onderzoek werden het internet en sociale media namelijk niet als behulpzame, en zelfs onbetrouwbare, bronnen gezien.
Wat van belang is voor het leveren van jeugdvriendelijke zorg zullen we dus vooral van jongeren zelf moeten leren. Participatie van jongeren is en blijft hiervoor essentieel. Wat haalbaar is in de praktijk is dan weer een oefening die samen met de hulpverleners gemaakt moet worden. Deze studie zette een eerste stap in die richting door het aanleveren van een ‘jeugdvriendelijkheidschecklist’ voor geestelijke gezondheidsorganisaties met cijfers over de mogelijke haalbaarheid in de klinische praktijk.
Studie Empower
Coördinatie
- dr. Eline Wittevrongel, kinder- en jeugdpsychiater in opleiding, UPC KU Leuven
Supervisie
- psychiater prof. dr. Ruud van Winkel, UPC KU Leuven en KU Leuven
- kinder- en jeugdpsychiater prof. dr. Marina Danckaerts, UPC KU Leuven en KU Leuven
Ruud van Winkel zit de Nederlandstalige leerstoel transitiepsychiatrie aan de KU Leuven voor, met financiering door het Fonds Julie Renson, het Koningin Fabiolafonds en de Koning Boudewijnstichting. De leerstoel wil inzetten op innovatief onderzoek, het bouwen van bruggen tussen onderzoek, de klinische praktijk en jongeren zelf, en opleiding. Het Empower-project maakt deel uit van de onderzoekslijn. Ander onderzoek focust zich op de rol van trauma in het ontstaan van psychopathologie en virtual reality als behandeloptie.
Vragen over de studie
eline.wittevrongel [at] upckuleuven.be
In de media
Lees ''Zeven op de tien jongeren zoeken geen hulp bij mentale problemen: ‘Voor mij is het makkelijker om het weg te steken’" in De Morgen
De resultaten van de Empower-studie werden 3 oktober ll. voorgesteld op een symposium en een bijhorende expo met artwork van enkele jeugdorganisaties zoals mobiel zorgteam voor psychose Vrint, Tejo Leuven en Villa Homaar. Veel artwork was door jongeren zelf gemaakt. Illustratie © C.C. ‘23