Hoe trauma onvolwassen hersenen verandert
Kindertrauma – door misbruik, verwaarlozing of pesten – is een belangrijk risico voor het ontwikkelen van psychopathologie. De onderzoekers van de EMBRACE-studie, onder leiding van prof. dr. Ruud Van Winkel, gaan na hoe dat schadelijk effect zich ontplooit in de hersenen van adolescenten tussen 12 en 16 jaar.
Het lijkt erop dat kindertrauma leidt tot het overdreven inschatten van situaties die mogelijk bedreigend zijn, ook wanneer die inherent niet onveilig zijn. Daardoor mobiliseren de jongeren vaak onnodig reacties om de veiligheid te bevorderen. Met computertaken, hersenscans en functionele beeldvorming (fMRI) kijken drs. Celine Samaey en drs. Aleksandra Lecei hoe de hersenen van de jongeren reageren op bedreigende, namelijk boze, gezichten, hoe ze aangeleerde angst generaliseren en hoe er veranderingen optreden in het bedreigings- en veiligheidscircuit van hun hersenen.
Sociale onzekerheid
Vooral tijdens de adolescentie ontwikkelt zich het sociale brein, een tijd die ook door sociale onzekerheden gekenmerkt wordt. De intenties van anderen leren lezen is dan cruciaal. Maar wat als je hersenen hebben geleerd dat bij twijfel wantrouwen en anticiperen op gevaar de veiligste manieren zijn om te handelen? Met virtual reality kunnen ‘echte’ psychologische reacties op sociale situaties opgeroepen worden. Drs. Aleksandra Lecei bestudeert zo de verwerking van bedreigingen wanneer de jongeren worden geconfronteerd met sociale ambiguïteit.
Angstuitdoving
Sommige jongeren blijken beter bestand tegen kindertrauma dan andere. Drs. Celine Samaey wil daarom onder meer nagaan of er een onderscheid is in het proces van ‘angstuitdoving’.